Met hele jonge kinderen zingen we graag. Het begint ermee dat kinderen rustig worden als we voor hen zingen of neuriën. Ze vallen makkelijker in slaap en worden erdoor getroost. In de kinderopvang zingen we ook omdat we liedjes vinden die bij onze thema’s passen en omdat ze een goede invloed hebben op de taalontwikkeling
Al verstaan of begrijpen jongen kinderen de woorden van een liedje nog niet, ze ervaren wel de klanken van de taal. We zien tijdens het zingen van liedjes ook dat kinderen zich herinneren dat bij bepaalde liedjes ook leuke bewegingen horen. Ze zijn dan vol verwachting als het bijna zover is. Soms zozeer dat ze niet kunnen wachten en al luidkeels door het liedje heen roepen. Meezingen Veel gehoord is ook dat pm’ers zeggen: ‘Hé, waarom zingen jullie niet mee?’ Het meezingen van liedjes doen de meest kinderen vanaf 2-2,5 jaar. Ze zingen dan liedjes die volwassenen heel vaak voor hen hebben gezongen. Baby’s horen het zingen, dreumesen gaan het begrijpen en verheugen zich erop dat gebaren op bepaalde momenten moeten. Bij liedjes met bewegingen zing je met pauzes. Die pauzes zijn nodig om kinderen de tijd te geven om reageren. De schootliedjes doen we met kinderen individueel en we raken ze daarbij ook veel aan, we stimuleren hierbij het lichaamsbesef maar ook voor kinderen die niet op schoot zitten is het interessant. De liedjes over dieren zijn erg in trek en worden vaak herhaald. Gebruik eens een prentenboek of folder erbij of attributen die betrekking hebben op de tekst van het lied zodat het naast de klanken en de woorden ook kan worden gezien, gevoeld of gekozen.