Er is steeds meer belangstelling en vraag naar antroposofische kinderopvang en vrije scholen, dus tijd om jullie mee te nemen in de pedagogische aspecten ervan. Ik ga niet in op de algemene historische achtergrond van de antroposofie en de grondlegger Rudolf Steiner, want ik wil jullie vooral warm laten lopen voor hoe de antroposofie ons huidige werk in de kinderopvang inspireert, of dit nu in een kinderdagverblijf of bij een gastouder plaatsvindt.
Je merkt het eigenlijk meteen als je een antroposofische opvang binnenkomt. Die ziet er huiselijk uit. Er staat een grote houten tafel met bosje bloemen erop, er is een houten huisje met keukentje erin, mooie doek erover. In het poppenbedje ligt een stoffen pop te slapen onder een dekentje. Zachte kleur gordijnen hangen voor de ramen. Naast de bank staat een vintage kast met boekjes erin. Op een wollig kleed slingert de houten treinbaan zijn weg. Er staat een seizoenstafel met daarop een klein tafereeltje waaraan je kunt zien dat het zomer is. Handgemaakte poppetjes en dieren, doek en een mooie steen maken het af. Met de zachte kleuren, warm licht en met echte, natuurlijke materialen laten we het kind wennen aan het leven op aarde. En vooral ook door hoe we met de kinderen omgaan.
Een dag van een antroposofische gastouder
Als het belletje rinkelt weten de kinderen: nog even spelen of je spel afmaken en dan gaan we fruit eten. Ik ga onze bordjes uit de keuken halen om de tafel klaar te maken. De jongsten hobbelen graag achter me aan. Ze kunnen al hun eigen bord dragen. Nu onze schaal met fruit nog. Dan rinkelen we het tweede belletje. We gaan aan tafel. Soms eerst nog even rustig ‘een prinses’, ‘een papa, mama’ of een ‘werkman’ uit het spel halen, want die moeten toch ook misschien plassen en daarna wat eten?