De toegevoegde waarde van kinderopvang voor kinderen valt of staat met de geboden pedagogische kwaliteit. Die is dan ook vaak onderwerp van gesprek, zowel in de praktijk van de kinderopvang als bij beleidsmakers en onderzoekers. Daarbij is het essentieel dat praktijk en wetenschap verbonden zijn en dat samen nieuwe pedagogische kennis wordt ontwikkeld.
Wetenschappelijk onderzoek naar de pedagogische kwaliteit is wat mij betreft het vertrekpunt voor kwaliteitsverbetering, maar hoe weet een kinderopvangorganisatie hoe het staat met de pedagogische kwaliteit die zij zelf bieden? Samen met collega’s doe ik onderzoek naar de kwaliteit van kinderopvang. We meten de kwaliteit door systematische observatie van de kinderopvangpraktijk. Naar aanleiding van deze metingen doen we aanbevelingen ter verbetering van de praktijk en voor vervolgonderzoek. Het komt de praktijk ten goede als wetenschappelijke inzichten actief worden gedeeld én als de praktijk actieve inbreng kan hebben in wetenschappelijk onderzoek.
Zicht en grip krijgen
De vraag hoe een kinderopvangorganisatie zelf weet welke kwaliteit wordt geboden, wordt de laatste jaren in Nederland steeds vaker gesteld. Onder meer door de sterke toename van het aantal pedagogisch coaches en pedagogisch beleidsmedewerkers als gevolg van de wet IKK.
Om de vraag te beantwoorden heb ik, samen met het Nederlands Jeugdinstituut, in 2016 het initiatief genomen een zelfevaluatie- instrument te ontwikkelen voor de kinderopvangpraktijk. Daaruit is het digitale zelfevaluatie-instrument Pedagogische praktijk in Beeld (PiB)1 ontstaan dat sinds 2021 onderdeel is van het Expertisecentrum Kinderopvang.
Toen het aantal kinderopvangorganisaties dat PiB gebruikte sterk groeide, heb ik besloten wetenschappelijk onderzoek te gaan doen naar PiB. Omdat ik er zeker van wil zijn of PiB inderdaad een goed beeld van de pedagogische kwaliteit geeft. In 2020 ben ik door de organisatie waar ik werk – Groot Rotterdam – in staat gesteld deeltijd promotieonderzoek te kunnen uitvoeren vanuit de universiteit van Leiden.