Verantwoord leven in de wetenschap

Verantwoord leven in de wetenschap

Productgroep Waardenwerk 2025 102-103
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Hoe druk ik uit wat mijn boodschap is, een diep gevoelde intentie in een bijdrage die ik ervaar en niet direct cognitief verwoorden kan? Met bovenstaande titel komt die intentie enigszins tot leven. Het voelt als ontwaken van iets wat sluimert in geweten maar nog geen grip toelaat. Mijn wetenschappelijke achtergrond in de psychofysiologie heeft mij geleerd om wat ik voel vooral te wantrouwen, ik moet op zoek naar rationele onderbouwing en dat gebeurt in woorden. Maar wat nu als ik niet allereerst woorden heb, wat als ik me iets gewaar ben dat zich slecht laat omschrijven in rationele logica? In deze laag van rationeel niet-weten begeef ik mij als wetenschapper met grote regelmaat. Hierover schrijven is niet voor de hand liggend, ten eerste omdat juist hier de taal mij ontbreekt en ten tweede omdat het wetenschappelijke publiceren hier niet zomaar ingang voor lijkt te bieden.

Het liefst zou ik kunstzinnig publiceren over deze diepte van niet-weten in mijn proces van wetenschap bedrijven. Dat verlangen heb ik niet zomaar, het gaat niet om een hobby van een wetenschapper. Kunst is voor mij verbonden met de levensvatbaarheid van de wetenschap. Dit gaat namelijk over de scheppende kracht van niet alleen het woord maar vooral van ons ervaren. De toegang tot ons menselijk vermogen is naar mijn beeld niet louter rationeel te verwoorden. Dus laten we in de wetenschap vooral niet doen alsof. Ik wil geen resultaat van een proces beschrijven in dit artikel, ik wil u als lezer meenemen in mijn schrijven. Want daar dient zich aan waar mijn boodschap ligt, in de ervaring zelf.

Ik neem de vrijheid om me in beeld en dichtvorm uit te drukken in dit artikel, maar ik begin met het toelichten van mijn context omdat in die context de meerwaarde van een kunstzinnige bijdrage zich laat zien. In mijn onderzoek naar weerbaarheid bij de politie geven politiemensen zich bloot en stellen zij zich regelmatig kwetsbaar op. Zij geven zich bloot en maken voelbaar hoe zij getroffen zijn, hoe ze daarmee dealen. Hun ziel en zaligheid leggen zij in de uitoefening van hun vak en geen politiemens houdt dit lang vol als zij zich daarin niet van betekenis voelen, of hun zin missen. Ik richt mij in mijn onderzoek op politiemensen en hun soms verwonde bezieling.
Zij dienen weerbaar te zijn als het erop aankomt, soms is dat heel spannend en zelfs onveilig: op straat, binnen de eigen gelederen. Hun grootste kwetsbaarheid voelen ze wanneer hun waarden geraakt worden tot diep in hun ziel. Om hun geraaktheid te begrijpen, heb ik als onderzoeker dus ook contact te maken op die kwetsbare en vaak afgeschermde lagen. Wil ik me met de ziel en zaligheid van politiemensen bezighouden, dan zal ik een gepaste voertaal met hen moeten vinden. Mijn ervaring is dat in uitwisseling met deze mensen ‘platte’ conversatietaal niet werkt. Dan gaat het niet stromen in onze verbinding, het resoneert niet. Mensen die hun ziel en zaligheid onderzoekbaar maken converseren niet, die taal is ongeschikt. Dat is juist hun pijn – zij worden maar niet verstaan in de gesprekken die zij voeren. Soms vloeken en tieren politiemensen dan, maar vaak hebben ze geleerd om te zwijgen, zich in hun schulp terug te trekken.
In zo’n uitwisseling word ik ook heel stil, om naar binnen af te dalen in de laag waar de interactie plaats kan vinden. Ik heb te luisteren naar de melodie en toon waar deze mens zich laat horen, wil ik opvangen wat er in hen omgaat.