In gesprek over het heersende zingevingsdiscours

In gesprek over het heersende zingevingsdiscours

Productgroep Waardenwerk 2025 102-103
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Inleiding op het tweegesprek, wat eraan voorafging Eind 2023 had ZonMw een debat georganiseerd over de vraag: het meten van effecten van geestelijke verzorging en aandacht voor zingeving – is dit zinvol? Die vraag was in het verslag ervan herschreven tot: hoe zinnig is het meten van zingeving? Verschillende sprekers hadden deze vraag beantwoord.

Voor nummer 96 van Waardenwerk (voorjaar 2024) had ik zelf een reactie geschreven, eveneens getiteld ‘Hoe zinnig is het meten van zingeving?’1. Daarin laat ik mijn antwoord voortvloeien uit de beschrijving van een ontwikkeling die ik signaleer in ons levensbeschouwelijke landschap. Ik constateer dat er een nieuw discours is gaan heersen in kringen van geestelijke verzorging (voortaan GV) en onze samenleving als geheel, door mij benoemd als ‘het zingevingsdiscours’, waar wat mij betreft allerlei vraagtekens bij te plaatsen zijn.

Mijn tekst had ik bedoeld als de start van een voortgaand debat. Van de aanwezige sprekers tijdens het oorspronkelijke ZonMw-debat had Anja Visser zich bereid getoond op mijn artikel te reageren. Haar tekst is gepubliceerd in nummer 97 van Waardenwerk (zomer 2024) met als titel: ‘Of het meten van zingeving zinnig is, hangt af van wat je meet’.2 Zij spitst zich toe op het doen van effectonderzoek bij GV, iets waar zij zich voorstander van toont. 

Ook binnen de Vereniging van Geestelijk VerZorgers (VGVZ), de beroepsvereniging, was er iemand bereid gevonden om met mij door te borduren op de thematiek. Voor jubileumnummer 100 van Waardenwerk (voorjaar 2025)3 had ik een tweegesprek over het heersende zingevingsdiscours met Sylvie de Kubber, ten tijde van het ZonMw-debat lid van het VGVZ-bestuur en tevens docent aan de Universiteit voor Humanistiek. 

Het werken aan deze reeks kreeg voor mij een onverwachte wending toen ik eind juni van dit jaar werd benaderd door Tarek Khater. Hij stelde zich voor als ‘(moslim) geestelijk verzorger werkzaam in het HagaZiekenhuis en algemeen bestuurslid bij de sector Islam van de VGVZ’ en schreef me dat het bestuur van de islamitische sector elk jaar een studiedag met een thema organiseert. Voor dit jaar stond het thema Interlevensbeschouwelijke Geestelijke Verzorging op de agenda. Hij bleek mijn artikel ‘Hoe zinnig is het meten van zingeving?’ te hebben gelezen, evenals mijn thesis voor de master Zorgethiek en Beleid4 en vanwege affiniteit met mijn visie had het bestuur nu besloten mij als spreker uit te nodigen voor hun studiedag van 22 september 2025. Die zou plaats vinden op de Islamic University of Applied Sciences Rotterdam. Ik ben direct enthousiast op de vraag ingegaan. Ik vond het verrassend dat men uitgerekend vanuit islamitische hoek uitkwam op mij, zijnde geestelijk verzorger (voortaan gv’er) met een zending van het Humanistisch Verbond, waarbij humanisme bekendstaat als ongodsdienstige levensovertuiging.