H8. Participatief werken in de kinderopvang

H8. Participatief werken in de kinderopvang

Productgroep Pedagogisch Management in de kinderopvang
Michel Vandenbroeck Dirk Brants | 2005 | 9789066656840
3,90
Abonneeprijs: € 1,56

Omschrijving

Participatief handelen is openstaan voor een ander en rekening houden met zijn of haar wensen. Om kinderopvang van goede kwaliteit te kunnen bieden, is een participatieve houding bij medewerkers een basisvoorwaarde. Deze houding vertaalt zich in methoden en technieken die zich richten tot alle betrokkenen: zowel de medewerkers van opvangvoorzieningen als de kinderen en ouders waarmee ze werken en de buurt. Participatie is altijd wederzijds en vergt dus actieve medewerking van alle partijen. De mate van participatie kan variëren van oppervlakkig (samenleven) tot intens (samen in beweging brengen). Ook verschillen de thema’s waarbij sprake is van een bepaalde graad van participatie. Het hangt af van ieders persoonlijkheid en achtergrond waartoe, op welke manier en in welke mate participatie vorm krijgt. Dit is een creatief proces dat in samenspraak verloopt. Daarom zijn bestaande vormen van participatie nooit meer dan inspiratiebronnen. Telkens weer moeten ze aangepast worden aan unieke situaties en behoeften. Ze zijn ook voortdurend in ontwikkeling.
Voorbeelden uit binnen- en buitenland tonen aan dat participatie een belangrijke bijdrage kan bieden tot de pedagogische en sociale functie van de kinderopvang. Het is een inspanning die iedere dag aandacht vraagt, maar die ook dag in dag uit lonend is. In dit hoofdstuk hebben we het over participatie van kinderen, ouders en de buurt. De participatie van medewerkers komt hier niet aan bod, dat gebeurt in hoofdstuk 19 (Motiveren en zelfsturing).

8.1 Houding of techniek? Doel of middel?
Iemand laten participeren is hem erkennen, hem een plaats geven en daar rekening mee houden. Dit betekent dat je naast je eigen referentiekader ook ruimte moet maken voor andere referentiekaders (waarden en normen, culturen en patronen). In de eerste plaats moet je ervan overtuigd zijn dat elke mens iets wezenlijks te bieden heeft. Participatie gaat dus uit van gelijkwaardigheid. Geen twee mensen zijn gelijk, ze zijn wel gelijkwaardig.

Participatie behoort tot de ‘denkcultuur’ van de instelling (net als bijvoorbeeld diversiteit). Het is duidelijk een houding en dus meer dan een techniek. Zonder deze grondhouding vervalt elk initiatief om participatie te realiseren in een eenmalige of tijdelijke actie, vaak zonder inbedding of vervolg. Aandacht voor participatie moet een continu proces zijn. De basis ervan is: openstaan voor en luisteren naar ouders, kinderen, medewerkers en alle andere betrokken partijen.