Het is duidelijk dat we vandaag ‘kwaliteit’ veel breder definiëren dan vroeger en ook dat het meer dan ooit een participatief begrip is. In dit hoofdstuk leggen we dit uit aan de hand van het model van de European Foundation for Quality Management (EFQM), omdat dit aantoont hoe complex kwaliteitszorg is door de veelheid aan partners. Bovendien toont dit model ook de maatschappelijke context waarin kwaliteitszorg in de kinderopvang gebeurt.
17.1 De context
De vraag om kwaliteit in de kinderopvang staat niet op zichzelf. De discussie over kwaliteit is verbonden met de geschiedenis van kinderopvang als maatschappelijke dienstverlening en met de socio-economische én politieke context. Het gelijke-kansendiscours binnen de Europese Commissie en het hieruit volgende discussiedocument over een kwalitatieve dienstverlening aan jonge kinderen is hier slechts één concreet voorbeeld van. Een ander voorbeeld is hoe het markteconomisch denken van de profitsector doorsijpelde tot in de welzijnsvoorzieningen. Dit bracht teweeg dat nu ook kinderopvangvoorzieningen hun rendement moeten bewijzen via evaluaties. De Vlaamse overheid heeft, mede door impulsen van Kind en Gezin, niet stilgezeten en heeft de laatste decennia allerlei initiatieven genomen om het kwaliteitsdenken in de kinderopvang vorm te geven. We kunnen die inspanningen zien als twee afzonderlijke, opeenvolgende bewegingen. Een eerste beweging legde de nadruk op de controle van de pedagogische kwaliteit. Door het invoeren van de ‘beoordelingsschaal voor het pedagogisch functioneren in kinderdagverblijven’ in 1994 kwam de reflectie over kwaliteit op de werkvloer van de kinderdagopvang in een stroomversnelling. Deze observatieschaal stelde de focus van kwaliteit vooral in op de interactie tussen kinderbegeleider en kind en was dus in wezen beperkt tot het pedagogische aspect. ‘Het Kwaliteitscharter voor Initiatieven Buitenschoolse Opvang’ verruimt vanaf 1997 deze insteek. Interacties tussen kinderen, inbreng van kinderen en ouderparticipatie geven bij monde van deze regelgeving een bredere invulling aan wat onder kwaliteit kan worden verstaan. Al blijft de vraag bestaan naar wat ‘goede’ ouderparticipatie is. Dat ouders een plaats moeten krijgen in de opvang wordt door het Kwaliteitscharter vastgelegd, maar niet hoever deze betrokkenheid van ouders moet of kan gaan.