De Scandinavische landen – Zweden, Finland, Denemarken en Noorwegen – hebben in West-Europa een goede naam op het gebied van kinderopvang. Niet alleen is er veel meer kinderopvang beschikbaar, maar ook in kwaliteit en organisatie lopen deze landen voorop. Men is er circa 35 jaar geleden met wetgeving gestart en de eerste grote reorganisaties van de werksoort zijn achter de rug. Ook voor de kwaliteit van het werk nemen we graag een voorbeeld aan deze landen. We moeten echter rekening houden met drie belangrijke contextverschillen, voordat we onze kinderopvang gaan vergelijken en eventueel modelleren naar het voorbeeld van de Scandinavische landen.
Ten eerste is de aanvangleeftijd van de basisschool veel later: in de Scandinavische landen is de verplichte aanvangsleeftijd zeven jaar (Noorwegen: zes jaar), al gaan de meeste kinderen op vrijwillige basis met zes jaar naar school. In Nederland is de aanvangsleeftijd vijf jaar en gaan in de praktijk bijna alle kinderen met vier jaar naar de basisschool. In België gaan de kinderen zelfs al vanaf twee-en-een-half jaar naar school. De periode waarover kinderopvang voor de hele dag georganiseerd moet worden is dus veel langer in de Scandinavische landen. Buitenschoolse opvang start pas als het kind zes jaar is.
Ten tweede hebben werknemers in de Scandinavische landen recht op betaald ouderschapsverlof totdat hun kind een jaar is. Hiervan maken ze massaal gebruik, waardoor het zelden voorkomt dat een baby jonger dan een jaar wordt aangemeld voor de kinderopvang. In feite wordt in de organisatie van de kinderopvang dan ook geen rekening gehouden met deze jongste groep. Ten derde is het in Nederland gebruikelijk dat ouders met jonge kinderen (tot 12 jaar) parttime werken (met name de moeders), waardoor de behoefte aan opvang per kind slechts een gedeelte van de week beslaat. Dit verschilpunt geldt voor België veel minder, omdat moeders daar meer fulltime werken.
Deze contextverschillen zijn van belang bij het beoordelen van het Scandinavische systeem met Nederlandse en Belgische ogen.