Hoe vanzelfsprekend samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs ook lijkt, in de praktijk blijkt het vaak weerbarstig. Intenties zijn er genoeg, kennis ook, en toch loopt het niet overal soepel. Waarom lukt het op de ene plek wel, en op de andere niet?
Samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs is vanzelfsprekend geworden – met één doel: kinderen alle kansen geven om zich optimaal te ontwikkelen. We willen werken aan sterke ontwikkellijnen, krachtige ikc’s en dagarrangementen die aansluiten bij wat kinderen nodig hebben. Maar wat is er nodig om die samenwerking goed en soepel te laten verlopen? Die vraag stelde Henriëtte Kikken, expert in gedragsverandering en samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang, zichzelf toen ze besloot evidence- based onderzoek te doen bij Kober kinderopvang in Breda en omstreken. Zo kunnen we meer leren van de praktijk en begrijpen we dat elke context een eigen aanpak verdient.
Anouk van Lange, directeur Kindontwikkeling bij Kober, was meteen enthousiast over het idee van evidence-based onderzoek. ‘Samenwerking met het basisonderwijs is voor ons essentieel om elk kind optimale ontwikkelkansen te bieden. Wij willen als lerende organisatie vooroplopen in de ontwikkeling van de kinderopvang. Bovendien dragen we met dergelijk onderzoek bij aan de ontwikkeling van samenwerking tussen kinderopvang en het onderwijs’, zegt Anouk. Henriëtte: ‘Het onderzoek maakte duidelijk dat succes in samenwerking niet alleen draait om goede afspraken of structuren, maar vooral om hoe mensen zich voelen en gedragen. Door vervolgens gedrag zo concreet mogelijk te maken, kun je écht sturen en gericht interveniëren.’
Startpunt van het onderzoek was een belangrijke vraag: wat verstaan we precies onder ‘samenwerken’? Het is een breed begrip, en de manier waarop we het invullen, verschilt per situatie. Samen met Kober werd eerst gewerkt aan een duidelijke definitie van ‘doelgedrag’, gedrag dat zichtbaar en concreet is in de dagelijkse praktijk. Denk bijvoorbeeld aan proactief handelen, ideeën inbrengen in gesprekken met schooldirecteuren of je openlijk uitspreken in interacties.