De Ondernemer

De Ondernemer

Productgroep BBMP 04 2025
Corona Koek | 2025
Gratis

Omschrijving

De kinderopvang in Nederland is sinds 2005 een hybride markt. Sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in dat jaar is er opgeschaald in kindplaatsen, de beschikbaarheid van kinderopvang groot en de kwaliteit gestegen. Inmiddels kan de Nederlandse kinderopvang zich meten aan de top van kinderopvangstelsels in de hele wereld.

En er is meer: omdat we in de kinderopvang consequent aan kwaliteit hebben gewerkt, is inmiddels overal doorgedrongen dat we niet alleen een arbeidsmarktinstrument zijn, maar ook een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van kinderen. De Wet Kinderopvang is dus geslaagd. Er is meer kwaliteit en adaptibiliteit bij aanbieders van kinderopvang, maar ook groei en lokaal maatwerk. De hybride markt heeft haar werk gedaan. En we zijn nog niet klaar. Er ligt een opdracht voor ons om zowel qua medewerkers als qua locaties flink op te schalen. Alle aanbieders van kinderopvang zijn keihard nodig om die opdracht te vervullen.
Toch wordt er in Nederland geklaagd over de kinderopvang. Als we het publieke en politieke debat volgen, dan lijkt het wel alsof de hybride markt heeft gefaald. Als we inzoomen op waarover geklaagd wordt, dan gaat dat voornamelijk over de betaalbaarheid en de toeslagenaffaire. 

Overheidsbesluiten
Over de toeslagenaffaire kan ik kort zijn. Die schandalige affaire is ontstaan door het gedrag van de overheid, niet door ons stelsel. Dat gedrag is gelukkig aan de kaak gesteld en de ouders die hierdoor geraakt en soms zelfs verwoest zijn, worden voor – voor zover mogelijk – gecompenseerd. Dan de betaalbaarheid. De Nederlandse kostprijs is in lijn met vergelijkbare andere landen en per kind lager dan in het onderwijs. De betaalbaarheid voor ouders staat onder druk omdat de vergoeding die de overheid over heeft voor kinderopvang te laag is. In ons stelsel komt dat door zowel de te lage percentages die vergoed worden per inkomenscategorie, als door de knelling tussen het jarenlang onjuist geïndexeerde maximum uurtarief waarover de overheid vergoedt en de werkelijke uurprijzen.

Leiband
Knelpunten die het gevolg zijn van verkeerde overheidsbesluiten kan je repareren. Dat wil de overheid niet binnen het huidige stelsel, maar daarvoor wil ze een nieuw stelsel. Als sector lopen we daarin al vijf jaar aan de leiband van het ministerie mee. Kabinetten, bewindspersonen, zelfs directeuren bij SZW hebben we inmiddels versleten. Greenfields, werkgroepen, klankbordgoepen. Met als resultaat na vijf jaar dat we nog niet zoveel verder zijn, dat we weten dat het stelsel miljarden extra gaat kosten, terwijl ondertussen de schatkist leeg raakt en de sector stilstaat. En de verbeteringen in eenvoud en betaalbaarheid voor ouders? Die zijn inmiddels uitgesteld tot tenminste 2029. Wordt het niet eens tijd om een sneller, simpeler en goedkoper alternatief te schetsen?

Optimaliseren
Om het eenvoudiger te maken voor ouders starten we met directe financiering door de oude POBR-systematiek of de huidige pilot met directe financiering uit te rollen. Kinderopvangorganisaties krijgen de zorgplicht om ouders te helpen bij de aanvraag, de overheid betaalt uit aan de organisaties en de organisaties factureren alleen het ouderdeel bij de ouder. Introduceer daarbij als toetsinkomen het T-2 principe, waarbij het recht op kinderopvangtegemoetkoming bepaald wordt op basis van het toetsinkomen van de twee jaar daarvoor. Kleine misinschattingen wegen ruim op tegen het wegvallen van de administratieve druk van terugvorderingen. Ook de betaalbaarheid is prima te verbeteren. Pas de tabel aan, vergoed 105 procent voor ouders uit de onderste vier inkomenscategorieën, zodat de aanbieders in de achterstandswijken een hoger uurtarief kunnen vragen voor de extra kosten die ze maken voor de begeleiding van de kinderen.
Maak het tot twee keer modaal voor 96 procent gratis en laat de rest van de ouders inkomensafhankelijk betalen. Voer dit stapsgewijs in, beginnend bij de laagste inkomenscategorieën. Herijk de maximum vergoede uurprijs net als bij de start van de Wet Kinderopvang in 2005 naar het 80e percentiel van huidige uurprijzen.