De innerlijke werkplaats van de leraar

De innerlijke werkplaats van de leraar

Productgroep Waardenwerk 2025 102-103
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Het werk van de pedagoog draait om de vraag hoe hij iets aan het kind kan mee-delen. Hij probeert als het ware een brug aan te slaan tussen de wereld van de grote mensen en de wereld van het kind. Hij probeert dat op zo’n manier te doen dat het kind niet alleen de wereld leert begrijpen maar zich ook door de wereld kan laten grijpen. Daarbij laat de pedagoog zich inspireren door de wereld om hem heen. Hij denkt na en mediteert over de vraag: hoe kan ik de wereld aan dit kind tonen en het uitnodigen om (als subject) aangesproken te willen worden?1 Bovendien zal hij in alle drukte met de kinderen moeten kunnen vertrouwen op zijn intuïtie en te handelen zonder tijd te hebben om diep en lang na te denken. Deze pedagogische en scheppende virtuositeit vraagt innerlijk werk en oefening van de leraar. In dit artikel probeer ik dit innerlijk werk wat verder te onderzoeken aan de hand van de begrippen inspiratie, meditatie en intuïtie. Onderwijspedagogen als Gert Biesta, Jan Masschelein en Max van Manen hebben in de context van de opvoedende taak van het onderwijs veel over deze begrippen gezegd en geschreven. Wat kunnen deze begrippen ons zeggen over het innerlijke werk van de leraar die als scheppende intermediair, een muzische meester, zijn werk wil doen?

Muzisch meesterschap
De ruimte voor het muzische, dat wil zeggen: de ademruimte en de poëzie die nodig is om de ziel te stofferen, lijkt langzaam uit het onderwijs te verdwijnen. Systemen die efficiënte en controleerbare leeropbrengsten nastreven komen daarvoor in de plaats en de leraar is daar steeds vaker de uitvoerder van. Vertellen, spelen, maken en delen, het lijken wel de laatste activiteiten waar leraren aan toekomen. Muzisch meesterschap staat voor meer bezieling, tijd en menselijkheid in het onderwijs. Hoe kunnen we binnen de dragende, maar tegelijkertijd knellende structuren van roosters en effectiviteit ruimte en energie houden om bezield voor de klas te staan? Hoe kunnen we geïnspireerd raken? Hoe slagen we er in tijd te nemen voor meditatie en voor oordeelsvorming? Als we plotseling voor een raadsel staan, kunnen we dan het goede doen op het juiste moment?

Een muzische meester kan niet slechts doorgeefluik van kennis zijn, maar zal als een ‘verwonderaar’ zelf iets esthetisch aan de lesstof moeten toevoegen. De leraar moet zichzelf als het ware in het spel brengen. De leraar heeft als muzische meester beschikking over repertoire dat hem daarbij kan helpen. Met de muzische activiteiten vertellen, spelen, maken en delen van Bart van Rosmalen komt het kunstzinnige repertoire in beeld. En met de pedagogische gebaren onderbreken, vertragen en voeden van Gert Biesta kan de leraar het kind helpen om zich met de lesstof te verbinden.

Zoals de mythische kunstenaar Orpheus zocht naar het ritme en de harmonie in de alom aanwezige wereldruis, zo moet de leraar vaak zijn lesstof componeren. Hij zal daarbij ook contact moeten maken met zijn publiek, de kinderen. En moeten zoeken naar manieren om hen te raken en te bezielen. Dat vraagt iets dat haast tegen de tijdgeest in gaat. Het vraagt van de leraar om zich te voeden met inspiratie, het vraagt om tijd te nemen om na te denken, te mediteren zogezegd. Dit innerlijk werk zal de leraar helpen om, als dat nodig is, in de klas intuïtief en virtuoos op het juiste moment, het juiste te kunnen doen.