Creatief bezig zijn gaat niet over het eindresultaat. Het is een proces waarbij het kind leert zich te uiten en te ontwikkelen. Wanneer kinderen kunnen experimenteren met expressie en toepassingen, ontstaat er ruimte voor creatieve processen. Hierdoor leren kinderen nieuwe toepassingen gebruiken en probleemoplossend denken. Het stimuleert zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Met ruimte voor deze reis en het experimenteren bestaat er geen falen!
De creatieve ontwikkeling van het jonge kind begint met het verkennen van zintuiglijke ervaringen. Later ontwikkelt dit zich tot complexere expressievormen. De creatieve ontwikkeling kan worden onderverdeeld in een aantal fasen.
Verkenning (0 tot 2 jaar)
De allerjongsten maken kennis met materialen op zintuiglijk niveau. Hoe voelt, smaakt en ruikt het materiaal? Kinderen spelen op deze leeftijd met texturen, kleuren en geluiden, en leren door nabootsing.
TIP: laat vooral zelf zien hoe je creatief bezig kunt zijn en laat het kind voelen en meekijken.
Creatieve uiting (2 tot 4 jaar)
Peuters gaan van alles uitproberen en willen dit vaak ook zelf doen. Door het experimenteren leren ze het materiaal echt toe te passen. Hoe knip je met een schaar, en kun je nog steeds knippen als je de schaar ondersteboven houdt? In deze fase worden de eerste gerichte knutselwerkjes gemaakt, waarbij de nadruk nog steeds ligt op experimenteren.
TIP: stimuleer deze fase door volop materiaal aan te bieden en de ruimte te geven om materiaal ook ‘onjuist’ te gebruiken.
Fantasierijk vormen (4 tot 6 jaar)
Met de basisvaardigheden voorzichtig onder de knie gaan kleuters nu werken met hun verbeelding en fantasie. Dit geeft een hoop nieuwe toepassingen en mogelijkheden, maar kan ook zorgen voor uitdagingen. De kinderen worden zich bewust van de omgeving en daarmee ook van de resultaten van een ander. Onzekerheid en frustratie als niet lukt wat er bedacht is, komen in deze fase vaker voor.