In deze drukke tijd lijkt het voor kinderen steeds lastiger om te dealen met hun eigen emoties. Daar hebben ze ons heel hard bij nodig, zeker bij heftige emoties. Wij, als opvoeders, kunnen leidinggeven aan de emotionele wereld van kinderen. Wij kunnen ze strategieën aanleren bij de ‘ups’ en ‘downs’ van het leven.
Hoe gaan we om met onze eigen emotionele wereld? Jonge kinderen spelen een rol in jouw emoties en hoe jij ermee omgaat. Kinderen spiegelen ons daarin. Als kinderen onrustig zijn, kun je bij jezelf te rade gaan hoe het in jouw binnenwereld ervoor staat. Heb jij net lopen rennen? Ben je bezorgd over iets? Is er privé veel aan de hand? Eén van de dingen die je kunt doen, om je eigen emoties te reguleren, is een goede voorbereiding aan het begin van de dag. Als je op je werk komt, kan het helpen bij het ophangen van je jas aan de kapstok om in gedachte de sores van thuis ook op te hangen. Als je klaar bent met werken, trek je jas weer aan en in gedachte alle gedoe van thuis erbij.
Een gastouder vertelt
Hoe bereid je je emotioneel voor op de dag met de kinderen en vang je de eerste emoties van de kinderen op? De zon schijnt vanochtend al zo heerlijk wanneer ik in de inmiddels goed verwarmde kamer een kaarsje ontsteek. Ook binnen is de speelruimte uitnodigend klaar voor een nieuwe speeldag. Nu is er nog even stilte en rust voor mezelf om de kinderen en de ouders even bij me te nemen in gedachten. Soms vertelt deze rust me zelfs al wat; of iemand ziek is bijvoorbeeld. Ik hoor de vogeltjes rondom het huis, voel de warmte, en bereid me voor om de dag en kinderen open te ontvangen. De dag zo bewust en even in alle rust te kunnen beginnen, is voor mij essentieel. Het zilveren trekbelletje hangt uit de brievenbus. Zo meteen komen de kinderen met hun ouders, sommigen van ver, door de vrieskou naar hier, waar ik ze mag ontvangen.
Ja, daar hoor ik de eerste, een driejarig jongetje. Met hoorbaar veel verdriet gaan zijn jasje en laarsjes uit in de gang: ‘Nee papa: ik ga niet spelen, NEE, ik ga niet spelen!’ Waar hij normaal altijd letterlijk ‘binnen vliegt’ hier, vól blijde verwachting. Deze dagen, na een fijne vakantie, gaat het met moeite. Papa tilt hem naar binnen en komt met hem op schoot bij mij op de bank zitten. En het ventje vertelt me dat hij echt niet gaat spelen: ‘Ik wil thuis spelen vandaag.’ We bevestigen zijn verdriet en dat bij papa thuisblijven ook zo fijn kan zijn. Maar vandaag gaat papa werken. Papa troost en knuffelt hem nog eens stevig en dan draagt papa hem, zo fijn, in alle vertrouwen, aan mij over.
Er moet echt nog even flink gehuild worden: ‘Huil maar eens goed hoor, als je zo’n verdriet hebt!’ En ik wieg hem, die grote jongen, tot hij weer ontspant. Er komen weer wat babbels tevoorschijn en dan trekt een mooie heftruck zijn aandacht en kan hij weer, als vanouds, met aandacht aan het spelen gaan.
De volgende kinderen, twee zusjes, hoorden we al binnenkomen. Ook hun papa komt even rustig binnen zitten. We bespreken ook hoe vannacht de slaap was, dat wisselt momenteel vaak. De oudste laat een mooi rugzakje zien, ze heeft iets meegebracht om het rollenspel van gisteren voort te zetten. Er komt een schuursponsje uit haar rugzakje dat ze zachtjes over haar gezicht wrijft. En ze vertelt ons wat ze heeft meegebracht. Tegen het jongetje: ‘Kijk, dit hebben we ook nog nodig, want we gingen toch nog naar de maan!?’ Intussen sluit ze aan bij het jongetje in het spel met de blokken en de grote werkmannen-auto’s. ‘Naar de maan; of we kunnen in een raket, of in een vliegtuig!’, antwoordt hij als vanzelfsprekend terwijl zijn heftruck doorwerkt.