Wie is er bang voor de kinderopvang? Bij de buren is het beter (1994)

Wie is er bang voor de kinderopvang? Bij de buren is het beter (1994)

Liesbeth Pot | 1994
Gratis

Omschrijving

Dames en heren aanwezigen. Ik nodig u uit om mee op reis te gaan naar kinderopvangland over de grenzen. We gaan niet ver: eerst naar Denemarken en via België komen we weer terug in eigen land. Onderweg moet u goed opletten wat u ziet, want misschien kunt u tijdens uw bezoek een paar nuttige ervaringen opdoen voor een Nederlands kinderbeleid.


Denemarken.
Jens van tweeënhalf woont in een middelgrote gemeente op Jutland, Denemarken. Zijn moeder is onderwijzeres op een lagere school; zijn vader werkt als afdelingshoofd bij een bank. Elke dag wordt Jens door zijn vader naar het kinderdagverblijf in de buurt gebracht. Hij ontmoet er leeftijds­ genootjes en oudere kinderen en natuurlijk ook andere volwassenen. Ze spelen veel buiten, zelfs als het regent. In de zomer verhuist het hele kinderdagverblijf naar een landje aan de rand van de stad. Daar staan een kampeerwagen en een grote tent. De kinderen zijn de hele dag in de natuur; ze picknicken, maken vuur, poffen aardappels, zwemmen en vissen.
Tot zijn zesde blijft Jens op het kindercentrum, daarna gaat hij enkele uren per dag naar de kleuterschool. Met zeven jaar begint de leerplicht. Niet ver van school is de buitenschoolse opvang: een grote speel- en bouwplaats met allerlei activiteiten. Ouders, pedagogen (werkers in de kinderopvang) en uiteraard de kinderen stellen het op prijs dat er naast de lessen voldoende tijd is voor spel, sport, muziek, theater en andere leuke dingen. De trend om kinderen steeds vroeger te laten leren, die je in veel andere Europese landen aantreft, zint de Denen niks.
De werkdag in Denemarken begint vroeg: om acht uur, maar omdat Jens’ moeder maar zes uur werkt, haalt ze hem om half drie op. Om vier uur komt zijn vader thuis. Zo hebben ze de hele namiddag nog voor elkaar. Als hij ’s avonds na het eten lekker is ingestopt, komt het buurmeisje oppassen en kunnen zijn ouders nog even naar de film of de ouderraad.
Binnenkort krijgt Jens er een broertje of zusje bij. Zijn moeder blijft na het zwangerschapsverlof (totaal 18 weken) en het daarop volgende ouderschapsverlof (10 weken) nog vier maanden met kinderverzorgingsverlof thuis. Daarna neemt zijn vader nog drie maanden verlof. Vlak na de geboorte hebben vaders twee weken vaderschapsverlof, zodat het hele gezin aan de nieuwe situatie (en aan elkaar) kan wennen.
Met ruim één jaar gaat de kleine wereldburger net als Jens naar het kinderdagverblijf. Daar kan hij of zij gegarandeerd terecht, want de regering heeft beloofd dat elk kind van één jaar oud in 1996 recht heeft op een plaats. Jens’ ouders boffen, dat ze gebruik kunnen maken van het onlangs ingevoerde kinderverzorgingsverlof. Dit is deels bedoeld om de alsmaar stijgende werkloosheid een halt toe te roepen. In plaats van Jens’ ouders komt er tijdelijk een werkloze in dienst. De vergoeding die de verlofganger krijgt (maximaal ruim 2200 gulden per maand) is iets lager dan een werkloosheidsuitkering. Zo kost het de overheid haast geen extra geld. Sommige gemeenten geven ouders daarnaast nog een jaarlijkse uitkering van 30.000 kronen (ongeveer ƒ 10.000.-) en zijn daarmee goedkoper uit dan wanneer ze een plaats op een kinderdagverblijf zouden aanbieden. Sommigen vrezen dat daardoor plaatsen voor heel jonge kinderen moeilijker te krijgen zullen zijn. zwangerschapsverlof (totaal 15 weken) gebruik te maken van een verlofmaatregel om tijdelijk korter te gaan werken in haar oude job. Ze denkt eraan om twee jaar halftijds te blijven werken. Ze weet dat ze het een tijdje krap zullen hebben. De vergoeding is karig (zo'n 370 gulden per maand) en geldt  alleen als haar plaats wordt opgevuld door een werkloze, maar allez, dat  zal ze de   kop niet kosten. Het is belangrijker dat ze straks weer werk heeft  en   dat haar kinders goed onderdak zijn. Lieve zal het naar de zin  hebben op school, al vindt ze haar nog wel een beetje klein voor zo'n grote klas. Dan is de peutertuin met één verzorgster op tien kinderen toch wat knusser. Maar de kleuterschool is gratis en ze leert er wat, dat is belangrijk voor later. Over de grote school maakt Lieve's moeder zich nog niet druk; ook daar is tussen de middag een schoolkantine. Ze hoopt wel dat er meer buitenschoolse opvang is tegen die tijd, daar hoor je tegenwoordig veel van en het lijkt haar leuker als Lieve niet de hele dag in een schoolse atmosfeer verblijft.

België.
Lieve’s moeder heeft een baan bij een echte Vlaamse slager. Ze staat de hele dag in de winkel, terwijl Lieve van twee op de peutertuin van de gemeentelijke kleuterschool verblijft. In september gaat ze met haar vriendjes en vriendinnetjes over naar de kleutergroep. Tussen de middag eet ze daar warm en na de lessen komen de speeljuffen leuke spelletjes doen en voorlezen tot haar vader - die vroege diensten draait bij het spoor - haar komt halen. Ze hoopt dat het nieuwe kindje dat haar mama krijgt een broertje is, dat is leuk, dan stopt ze hem in haar poppewagen om met hem te rijden. Mama blijft dan in elk geval een tijdje thuis. Als ze weer gaat werken, gaat de kleine eerst naar een onthaalmoeder tot hij met anderhalf naar de peutertuin mag. Haar moeder is van plan om na het zwangerschapsverlof (totaal 15 weken) gebruik te maken van een verlofmaatregel om tijdelijk korter te gaan werken in haar oude job. Ze denkt eraan om twee jaar halftijds te blijven werken. Ze weet dat ze het een tijdje krap zullen hebben. De vergoeding is karig (zo'n 370 gulden per maand) en geldt  alleen als haar plaats wordt opgevuld door een werkloze, maar allez, dat  zal ze de   kop niet kosten. Het is belangrijker dat ze straks weer werk heeft  en   dat haar kinders goed onderdak zijn. Lieve zal het naar de zin  hebben op   school, al vindt ze haar nog wel een beetje klein voor zo'n grote klas. Dan is de peutertuin met één verzorgster op tien kinderen toch wat knusser. Maar de kleuterschool is gratis en ze leert er wat, dat is belangrijk voor later. Over de grote school maakt Lieve's moeder zich nog niet druk; ook daar is tussen de middag een schoolkantine. Ze hoopt wel dat er meer buitenschoolse opvang is tegen die tijd, daar hoor je tegenwoordig veel van en het lijkt haar leuker als Lieve niet de hele dag in een schoolse atmosfeer verblijft