Het loslaten van de arbeidseis

Het loslaten van de arbeidseis

Gratis

Omschrijving

DE BUDGETTAIRE EFFECTEN VAN HET GEDEELTELIJK LOSLATEN VAN DE ARBEIDSEIS IN DE KINDEROPVANG

Het gedeeltelijk loslaten van de arbeidseis voor kinderopvangvergoeding leidt tot jaarlijkse meerkosten voor de overheid van tussen €369 miljoen en €516 miljoen. Daarmee zijn de budgettaire effecten van deze tussenvorm beduidend kleiner dan bij volledige afschaffing van de arbeidseis. Aanleiding De Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) heeft SEO Economisch Onderzoek gevraagd te onderzoeken wat de budgettaire effecten zijn van het gedeeltelijk loslaten van de arbeidseis voor kinderopvangvergoeding in het nieuwe financieringsstelsel. De huidige arbeidseis blijft in het nieuwe stelsel bestaan en beperkt de toegang tot gesubsidieerde opvang tot ouders die werken, zich voorbereiden op werk of tijdelijk niet beschikbaar zijn voor arbeid. In het licht van de stelselherziening van directe financiering en een hoge, inkomensonafhankelijke vergoeding groeit de aandacht voor brede toegankelijkheid van gesubsidieerde kinderopvang voor alle kinderen. Uit eerder onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat het vasthouden aan de arbeidseis weinig bijdraagt aan de ontwikkelingskansen van kinderen, de kansengelijkheid beperkt en vanuit pedagogisch perspectief beperkt te onderbouwen is. 1 Een tussenvorm – het gedeeltelijk loslaten van de arbeidseis – kan de toegankelijkheid vergroten tegen relatief beperkte meerkosten voor de overheid.

In dit rapport worden twee scenario’s doorgerekend waarin twee dagen dagopvang of twee dagdelen buitenschoolse opvang per week voor alle kinderen worden vergoed tegen 96 procent, zonder arbeidseis. Het enige verschil tussen de scenario’s is het invoeringsmoment (2029 of 2030). We berekenen de meerkosten voor het jaar van invoering zelf en de twee jaren erna.