Op 26 november 2021 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de zaak Didam. Dit arrest heeft betrekking op een casus in de gemeente Montferland omtrent (onderhandse) verkoop van onroerend goed. Kort gezegd heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de gemeente, als ze een onroerende zaak wil verkopen, aan potentiële gegadigden de mogelijkheid moet bieden om mee te dingen. Dat moet vanuit objectieve, toetsbare en redelijke criteria plaatsvinden. Deze verplichting vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel1.
Dit arrest heeft, voor zover nu bekend, ook gevolgen voor de ontwikkeling van kindcentra. Nieuwe jurisprudentie zal nog een verdere invulling geven aan het arrest, waarna pas met zekerheid de gevolgen in kaart gebracht kunnen worden.
Dit kennisdocument geeft beknopt informatie voor gemeenten, onderwijsorganisaties en kinderopvangorganisaties over de mogelijke gevolgen en biedt handvatten voor de te volgen openbare selectieprocedure. Zoals uit het document blijkt levert het arrest in veel gevallen een nieuwe uitdaging op bij de keuze voor partners. Onze oproep daarbij is om het vooral vanuit de inhoudelijke samenwerking te organiseren en niet primair vanuit de prijs. Is er reeds een bestendige samenwerking tussen partijen, neem dat dan mee in de criteria bij de selectieprocedure.
Dit kennisdocument geeft inzicht, maar dient niet als een juridisch advies gelezen te worden. Organisaties zijn zelfstandig verantwoordelijk voor de keuzes. We adviseren om in voorkomende situaties juridisch advies in te winnen voor de te maken keuzes.
Oktober 2022, Utrecht
Kenniscentrum Ruimte-OK
Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang