Creches In Club-En Buurthuiswerk In Een Vroege Periode

Creches In Club-En Buurthuiswerk In Een Vroege Periode

Peter de Wit | 1979
Gratis

Omschrijving

Deze skriptie is het resultaat van de onderzoekswerkzaamheden, die ik verricht heb in het het kader van een stage bij het Krecheprojekt van het Sociologisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van Lily E. van Rijswijk-Clerkx. Bij het Krecheprojekt werd gekonstateerd dat over de situatie van de kinderopvang bij het begin van de speelzaalbeweging vrij weinig bekend is. Een analyse was nodig van het komplex van kulturele en sociale faktoren dat resulteerde in de •plotselinge' ongekend massale golf van initiatieven op het gebied van de opvang van kinderen in de peuterleeftijd, die in 1967 en volgende jaren over ons land spoelde. Eén vorm nam veel sterker toe dan de andere: de speelzalen. Het Krecheprojekt deed ook onderzoek naar de geschiedenis van de kindercentra die er al waren vóór de zogenaamde speelzaalbeweging (zoals bewaarscholen, voorschooltjes en kinderdagverblijven), met het doel inzicht te krijgen in de ontwikkeling op het terrein van de kinderopvang in Nederland gedurende de laatste 100 jaar.

Dit onderzoek wil een bijdrage leveren aan de studie van één kategorie van kinderopvangmogelijkheden, namelijk de klub- en buurthuisspeelzalen in de na-oorlogse tijd, tot 1967. Deze speelzalen funktioneerden in een tijd, waarin, veel meer dan tegenwoordig, de opvoeding van het kind voor de kleuter- schoolleeftijd werd beschouwd als een zaak van de ouders alléén. Zulke opvattingen zouden nog lang het beeld van het gezin en de opvoeding blijven beheersen: Het kind dient zo lang mogelijk in de schoot van het gezin te blijven, en mag niet uitbesteed worden, als dat niet nodig is. De vrouw is in de eerste plaats moeder en huisvrouw. Haar plaats is thuis bij de kinderen.