Crèche: goed voor u, goed voor uw kind

Crèche: goed voor u, goed voor uw kind

1980 | Stedelijk Initiatiefkomitee voor Kinderopvang Amsterdam
Gratis

Omschrijving

Het Stedelijk Initiatiefkomitee voor de Kinderopvang (SIK) werd opgericht in 1978 door Amsterdamse ouders en werkers in kindercentra, om aandacht te vragen voor het enorme tekort aan kindcentra en om aktiviteiten en initiatieven, gericht op de opheffing van dit tekort, te bundelen.

Dit boek is een boek voor ouders over de crèche. Het kwam tot stand uit verhalen die vaders en moeders van jonge kinderen schreven en vertelden over hun verschillende ervaringen met kinderopvang.

Het plan om dit boek samen te stellen, werd geboren op 6 oktober 1979, toen het SIK in Amsterdam een Dag voor de Kinderopvang organiseerde, als afsluiting van een geslaagde aktieweek. Aan alle bezoek(st)ers werd gevraagd of zij hun goede en slechte ervaringen met (het vinden van) crèches wilden opschrijven, zodat deze gebruikt konden worden voor een Zwart-Witboek Kinderopvang. Veel ouders reageerden positief en ook nog in de maanden daarna kwamen er schriftelijke reakties binnen. Uit al deze verhalen hebben wij een selektie gemaakt, waardoor een beeld van ervaringen van ouders met crèches ontstond. De meeste verhalen vertellen zichzelf en hebben geen introductie nodig. Wel hebben wij hier en daar enige struktuur aangebracht en hebben we de verschillende hoofdstukken voorzien van een inleiding en waar nodig van kommentaar.

Wij, als Stedelijke Initiatiefkomitee, vinden het belangrijk dat gebruikers van kindercentra zélf vertellen wat zij ervan vinden, waarom zij er gebruik van maken en met welke problemen zij te maken krijgen. Er is zo onderhand door 'des­kundigen' voldoende negatieve informatie over crèches verspreid. Ouders worden daardoor onzeker en gaan twijfelen of ze er wel goed aan deden om hun kind naar de crèche te brengen. Dat ze deze beslissing niet "zomaar" hebben genomen, blijkt wel uit hun reakties. Wij menen dat buitenstaanders, hoe deskundig zij overigens ook mogen zijn, niet het recht hebben om een vonnis te vellen over anderman's beslissingen. Tot op heden is uit onderzoek niet gebleken, dat kinderen het in een crèche slechter doen dan thuis, of dat ze, vergeleken met kinderen die niet naar een crèche gaan, tekort komen. Uit de hier verzamelde verhalen van ouders blijkt eerder het tegendeel.

Wij hebben deze bundel ook gemaakt voor beleidsvoerders en politici op gemeente­ lijk en landelijk niveau. De aanwezigheid van voldoende goede kindercentra is nog steeds een onvervulde wens van veel ouders met jonge kinderen. Een bijkomend pro­bleem is, dat deze ouders er vaak moeilijk toe komen om dit probleem kenbaar te maken, omdat zij weinig mobiel zijn en ook vaak niet weten tot wie zij zich moe­ ten richten. Het SIK wil daarom als spreekbuis fungeren voor al die ouders die het tekort aan kindercentra aan den lijve ondervinden.

Opvoeden is ingewikkeld geworden, iets waar je veel meer alleen voor staat dan vroeger, toen gezinnen groter waren, buurten hechter en familieleden klaar stonden om te helpen. Nu wonen we met onze kleine gezinnen in aparte celletjes, in overvolle steden met straten waar veilig spelen vrijwel voelen ons eenzamer dan vroeger, en zijn er ook niet langer van overtuigd dat vrouwen "alleen maar" voor kinderen behoren te zorgen en mannen "alleen maar voor het brood op de plank. We willen méér en kunnen ook meer: mogelijkheden tot allerlei soorten aktiviteiten, voor jong en oud, dan vroeger en er is ook meer tijd beschikbaar. Bijna iedereen kan dairvan meeprofiteren - behalve als je kleine kinderen hebt, die je thuis niet kunnen missen. Dan gaat plotseling de deur van het celletje dicht en ben je opgesloten met je kind.

Niet alleen jijzelf, als moeder, komt in zo’n situatie tekort, maar ook je kind. Wanneer er dan geen crèche in de buurt is waar je kind kan spelen, kan die thuissituatie voor beiden een beklemming worden, een sta-in-de-weg voor beider ontwikkeling.

Er zijn gelukkig steeds meer vaders die ontdekken dat het meegroeien met kinderen niet alleen aan vrouwen is voorbehouden. Ook zij komen steeds meer los van oude rolpatronen en willen hun deel aan de opvoeding leveren. In een crèche kunnen vaders (en ook moeders) samen met andere ouders leren hoe ze met jonge kinderen om moeten gaan. Zolang er echter onvoldoende kinderopvang is in alle buurten van de stad en in alle steden en dorpen in het land, blijven ouders van jonge kinderen en ook deze kinderen zelf, verstoken van de kontakten en mogelijkheden waarvan anderen wèl kunnen profiteren.

Met deze uitgave hopen wij te bereiken, dat mythes en vooroordelen ten aanzien van kinderopvang de wereld uitgeholpen worden en dat het tekort aan goede kin­dercentra in het belang van ouders en hun kinderen kan worden opgeheven. Kinderopvang moet een basisvoorziening worden, dat wil zeggen: er moeten in elke buurt voldoende kindercentra komen, gevarieerd van karakter, voor iedereen bereikbaar en betaalbaar. Pas als hieraan is voldaan, hebben wij als SIK ons doel bereikt.

Wij hebben het in deze bundel vooral over crèches, een term die vrij algemeen gebruikt wordt voor verschillende soorten kindercentra. Ter verduidelijking noemen wij welke soorten kinderopvang er zijn:

  • 1.   Kinderdagverblijven. Voor kinderen van 6 weken tot 4 of 6 jaar. Zijn minstens acht uur per dag en vijf dagen per week open. De kinderen kunnen er eten en een middagslaapje doen. Een speciale vorm is het halvedagverblijf, dat elke werkdag minstens 4 à 5 uur is geopend.
  • 2.   Peuterspeelzalen. Kinderen van 2 à 2,5 jaar tot 4 jaar kunnen er 2 à 3 ochtenden (of middagen) naar toe, gedurende ongeveer 3 uur per dag. Er wordt meestal niet gegeten of geslapen.
  • 3.   Buitenschoolse opvang. Voor kinderen van 4 (of 6) jaar tot 12 jaar, elke werkdag geopend, vóór en na schooltijd, op vrije middagen en in de vakanties. Een speciale vorm is de opvar.g tussen twaalf en twee, eveneens voor school­ gaande kinderen.
  • 4.   Totaalopvang. Dag en nacht voor kinderen van 6 weken tot 12 jaar, meestal voor alleenstaande ouders cf ouders in moeilijke omstandigheden, verbonden aan bureaus voor alleenstaande ouders.
  • 5.   Totaalcrèches. Dag en nachtopvang voor kinderen van 0 tot 16 jaar, georgani­ seerd door (alleenstaande) ouders zelf. Verder zijn er nog gastgezinnen, “zeifhulp''groepen en oppascentra, die de opvang van jonge kinderen verzorgen. Dit zijn alle partikuliere, niet gesubsi­dieerde vormen van kinderopvang.